You are on page 1of 4

Ik was ziek en jullie

bezochten mij

"Ik verzeker
jullie: alles wat
jullie gedaan
hebben voor een
van de
onaanzienlijkste
n van mijn
broeders of
zusters, dat
hebben jullie voor
mij gedaan."

Mt25,40
Rome, Advent 2021

DE ZIEKEN EN OUDEREN
STERKE BOUWERS VAN EEN SCHITTERENDE
EN HOOPVOLLE TOEKOMST

Beste leden van de Vincentiaanse Familie,

Moge de genade en vrede van Jezus altijd bij ons zijn!

Elk jaar biedt de Kerk ons het geschenk aan van de genadevolle tijd, de «Advent», die ons ertoe aanzet
ons hart en onze geest intensief voor te bereiden op de kerstperiode. Voortbordurend op de bezinning over
Sint-Vincentius a Paolo als «Mysticus van Liefde», nodig ik ons allemaal uit om gedurende de adventstijd
dit jaar te mediteren over de onbetwistbare en vitale missie van de zieken en bejaarden in de Kerk en in de
wereld, en, dus ook in onze congregaties, verenigingen, gemeenschappen, families en groepen.

Als enerzijds de samenleving zo vaak zieke en bejaarden als nutteloos beschouwt voor de ontwikkeling
van een mooie en hoopvolle toekomst voor de mensheid; dan zet Jezus, in de Bijbel, anderzijds al die
veronderstellingen op zijn kop en geeft hij zieken en ouderen een bevoorrechte rol in de missie die de Vader
Hem heeft toevertrouwd : alle mensen totbij Hem brengen, tot in Zijn hart, het Koninkrijk van God tot stand
brengen.

Deze bijbelse omkering komt voort uit het radicaal onderscheid van wie in feite in het centrum wordt
geplaatst. Wie is de bron die de grootste betekenis aan ons leven geeft, aan wat we doen, aan datgene waaraan
we al onze gaven en talenten wijden? Wie is de bron van ultiem geluk en vreugde? Niet de mens staat op de
eerste plaats, maar God.

De samenleving stelt vaak de menselijke persoon centraal voor zover de persoon fysiek en mentaal in
staat is om er wat aan te verdienen; God heeft geen plaats of, als Hij dat doet, wordt Hij op de derde of vierde
plaats gezet, naargelang ieders op zichzelf gecentreerde persoonlijke opvattingen . De logische conclusie
is dat zieken en ouderen op een gegeven moment, zoals paus Franciscus vaak herhaalt, “de afdanking van
de samenleving” worden (vgl. Fratelli Tutti, nrs. 19-20, 278), niet langer bruikbaar in het kader van een
schitterende en hoopvolle toekomst voor de mensheid.

Sint-Vincentius sprak meermaals over de rol van de zieken:


Ik heb dit al vaak gezegd, en ik kan het niet helpen het nu nog een keer te herhalen, namelijk dat we
van mening moeten zijn dat de zieken in de Congregatie de zegen zijn van de Congregatie en het huis,
en dat we dit nog meer als waar zouden moeten beschouwen, aangezien onze Heer Jezus Christus zelf
het lijden liefhad, er zelf doorheen wilde gaan en mens werd om te lijden (CCD XII, 26-27; conferentie
184, “het goede gebruik van zwakheden”, 28 juni 1658).

We hebben goede redenen om God te prijzen dat er door Zijn goedheid en barmhartigheid zieke en
zwakke mannen in het gezelschap zijn die van hun inactiviteit en lijden een voorstelling van geduld
maken, waarin ze alle deugden in hun schittering laten zien. We moeten God danken dat Hij ons zulke
personen heeft gegeven. Ik heb al vaak gezegd, en kan het niet nalaten het nog een keer te zeggen, dat
we moeten geloven dat de zieke leden de zegen zijn van de Congregatie (CCD XI, 61; conferentie 55,
“het goede gebruik van ziektes“).

Maar voor de Congregatie - de arme Congregatie - mag niets bijzonders worden toegestaan, noch in
voedsel, noch in kleding! Ik maak, zoals altijd, een uitzondering voor de zieken. O, de arme patiënten!
Voor hen zouden zelfs de kelken van de kerk verkocht moeten worden. God heeft mij in dat opzicht
tedere gevoelens gegeven en ik vraag Hem deze geest aan de Congregatie te geven (CCD XII, 334;
conferentie 220, «Armoede», [5 december 1659]).

In zijn boodschap voor de eerste Werelddag voor Grootouders en Ouderen citeerde paus Franciscus “een
heilige bejaarde die blijft bidden en werken voor de Kerk”, paus-emeritus Benedictus XVI: “Het gebed van
de ouderen kan de wereld beschermen, het misschien effectiever helpen dan de hectische activiteit van vele
anderen.” Paus Franciscus merkte op: “Hij sprak die woorden in 2012, tegen het einde van zijn pontificaat.
Er is hier iets moois. Uw gebed is een zeer kostbare hulpbron: een diepe ademteug die de Kerk en de wereld
dringend nodig hebben.”

De paus bevestigde verder: “Er is geen pensioenleeftijd voor het verkondigen van het evangelie” en definieerde
de roeping van ouderen: “Onze wortels bewaren, het geloof doorgeven aan de jongeren en zorgen voor de
kleintjes.” (Paus Franciscus, Boodschap voor de Eerste Werelddag voor Grootouders en Ouderen, 25 juli
2021).

Tijdens de catechese reeks over het gezin zei paus Franciscus: “De ouderen zijn het reservoir van
wijsheid voor ons volk! […] We moeten het collectieve gevoel van dankbaarheid, waardering en gastvrijheid
weer wakker schudden, waardoor de oudere zich een levend onderdeel van zijn gemeenschap voelt.” Een
samenleving die geen dankbaarheid en genegenheid kan tonen aan ouderen “is een perverse samenleving. De
Kerk, trouw aan het Woord van God, kan een dergelijke ontaarding niet tolereren.”

«Waar geen eerbied is voor ouderen, is er geen toekomst voor jongeren.» Bovendien: “De ouderling is
geen vreemdeling. Wij zijn die oudste: in de nabije of verre toekomst, onvermijdelijk, ook al denken we het
niet. En als we niet leren hoe we de oudere beter moeten behandelen, zullen we ook zo worden behandeld”
(Paus Franciscus, Algemene Audiëntie, woensdag 4 maart 2015).

Vincentius begreep deze principes. In de Algemene Regels, de eerste Constituties van de Congregatie
van de Missie, schreef hij:

Een van de belangrijkste dingen die Christus deed, was zieken bezoeken en verzorgen, en vooral
mensen die arm waren. Hij beval dit heel vaak aan aan degenen die Hij naar Zijn wijngaard stuurde.
Om deze reden zou de Congregatie speciale aandacht moeten hebben voor het helpen en bezoeken van
zieken, zowel buitenshuis als thuis (VI, 1).

Wanneer we een zieke bezoeken, binnen of buitenshuis, zouden we deze persoon als Christus moeten
aanzien in plaats van als gewoon een menselijk wezen, aangezien Christus zei dat Hij elke dienst die
aan zo iemand wordt gedaan beschouwde als aan Hemzelf gedaan (VI, 2).

Ook de heilige Vincentius sprak de zieken zelf aan met de volgende woorden:
Leden van onze eigen congregatie die ziek zijn, moeten weten dat ze niet in bed of in het ziekenhuis
worden gehouden, om daar alleen maar verpleegd te worden en dankzij medische hulp weer gezond
te worden. Ze zijn daar ook, als op een preekstoel, om openlijk te getuigenis te geven van christelijke
deugden, in het bijzonder geduld en aanvaarding van de goddelijke wil, minstens door hun voorbeeld.
Op deze manier kunnen ze Christus aanwezig brengen bij degenen die voor hen zorgen en voor
bezoekers. Door hun ziekte kunnen zij zelf ook in deugd groeien (VI, 3).

Laten we tijdens deze advent allemaal, de «levende schat» van onze zieken en ouderen meer en meer
ontdekken in onze gemeenschappen, families en groepen. Zij zijn de levende aanwezigheid van Jezus onder
ons. Zij zijn Jezus, aan wie we al onze liefde te danken hebben, alle zorg die we menselijk kunnen bieden. Zij
blijven onze leraren, voorbeelden en helpers bij het uitbouwen van een schitterende en hoopvolle toekomst,
omdat het Jezus is die door hen tot ons spreekt en ons laat zien op welke fundamenten we onze dromen, hoop
en doelstellingen kunnen opbouwen. We moeten niet bezwijken voor de mentaliteit van sommige sectoren
van de samenleving die ouderen en zieken beschouwen als het afval van de samenleving: als het kortstondige
moment van vreugde voorbij is, blijven alleen verdriet, desillusie, frustratie en een zinloos leven over.

Door een ‘Mysticus van Liefde’ te worden, leerde Vincentius de relatie met zieken en ouderen
begrijpen en beleven zoals die door Jezus werd voorgesteld.

Moge deze adventstijd ons steeds meer leiden naar de diepten van Jezus’ boodschap betreffende zieken en
ouderen, zodat we, terwijl we ons voorbereiden om de geboorte van onze Verlosser te vieren, samen met hen
een heldere en hoopvolle toekomst kunnen bouwen in het licht van Zijn aanwezigheid.

Je broer in de Heilige Vincentius,

Tomaž Mavrič, CM

Vincentian Family Office — Oficina de la Familia Vicenciana — Bureau de la Famille Vincentienne


500 East Chelten Avenue, Philadelphia, PA 19144, USA
+1 (215) 715-3984 VFO@famvin.org http://www.famvin.org

You might also like