Professional Documents
Culture Documents
WWW: famvin.org
ADVENTS RONDSCHRIJVEN
VFO@famvin.org
DE EVANGELISCHE RAADGEVINGEN:
EEN UNIVERSELE OPROEP TOT HEILIGHEID
+1 (215) 715-3984
Jezus blijft het prototype van de drie evangelische raden. Hoewel Hij alles had, leefde
Hij arm. Hij was kuis en nam een grote vrijheid in Zijn relaties. Hij was gehoorzaam, drukte
met grote duidelijkheid uit dat Zijn missie op aarde zou verlopen volgens het plan van de Vader
1
en gaf zich volledig over aan de wil van Zijn Vader tot de laatste seconde van Zijn aardse leven,
aan het kruis waar Hij uitriep voordat Hij terugkeerde naar het huis van Zijn Vader: “Het is
volbracht” (Johannes 19:30).
Het fundament voor de Evangelische Armoederaad is het leven van de Zoon van God:
Jezus Christus, die alle dingen had, had niets. Hij was de Meester en Heer van
de hele wereld. Hij maakte alles wat op de wereld bestaat; toch wilde Hij, uit
liefde voor ons, zich het gebruik ervan ontzeggen; ook al was Hij de Heer van
de hele wereld, maakte Hij zichzelf tot de armste van alle mensen en had zelfs
minder dan de kleinste dieren. 1
Het veronderstelt ook dat we ons leven vormgeven naar het voorbeeld van de arme
Jezus, die de meest in de steek gelatenen evangeliseerde. Sint-Vincentius maakt, volgens een
lange kerktraditie, een onderscheid tussen innerlijke en uiterlijke armoede, die beide
noodzakelijk zijn. Zonder een uiterlijke manifestatie is ‘geestelijke armoede’ niet
geloofwaardig. Zonder spirituele motivatie kan ‘materiële armoede’ vaak kwaadaardig zijn.
De Evangelische Raad van Kuisheid betreft eveneens alle christenen, uiteraard degenen
die er de gelofte van afleggen, maar ook personen die getrouwd zijn en degenen die
alleenstaand zijn. Als Vincentianen, die regelmatig contact hebben met de armen, moeten we
hen niet alleen materieel, maar ook geestelijk helpen, de persoon op een holistische manier
benaderen en de waarde van kuisheid delen met degenen die we evangeliseren. De armen zullen
de christelijke manier van omgaan met elkaar gaan begrijpen wanneer ze zien hoe wij in
overeenstemming met de evangeliewaarden leven en dienstbaar zijn als licht en zout voor de
mensheid.
1
Vincent de Paul, Correspondence, Conferences, Documents, translated and edited by Jacqueline Kilar, DC; and
Marie Poole, DC; et al; annotated by John W. Carven, CM; New City Press, Brooklyn and Hyde Park, 1985-2014;
volume XI, p. 210; conference 130, “Poverty,” 6 August 1655. Future references to this work will be indicated
using the initials CCD, followed by the volume number, then the page number, for example, CCD XI, 210.
2
anderen en voor zichzelf. Het celibaat veronderstelt het afstand doen van het huwelijk en de
seksuele uitingen die daarbij horen.
Voor Vincentianen in het godgewijde leven zijn deze twee elementen van de gelofte—
kuisheid en celibaat—uiterlijke manifestaties van een totale toewijding van iemands leven. Ze
moeten worden gezien als een levenswijze met een “bijzondere verantwoordelijkheid: de dienst
aan de armen” en niet als een afwijzing van familiale verantwoordelijkheid. De Eisen van een
radicale navolging van Jezus brengen Vincentianen in het Godgewijde leven ertoe zich volledig
op te offeren voor de zaak van het Koninkrijk.
Voor Vincentianen die geen geloften aflegden helpt de Evangelische Raad van
Kuisheid om te groeien in een intieme relatie met Jezus. Als genereuze zelfgave aan anderen,
bevordert kuisheid onze evangelisatie en liefdadigheidsmissie naar de armen, een uitdrukking
van vermenigvuldiging en creativiteit. Net als armoede moedigt kuisheid een gemeenschap van
dienstbaarheid aan die alleen effectief kan zijn door vriendschap en broederlijke relaties.
De derde evangelische raad is gehoorzaamheid. Het spreekt mensen aan die openstaan
voor de boodschap van Jezus. Ondanks twijfels en onzekerheid geven ze zich over aan Jezus
en vertrouwen ze op Hem, ervan overtuigd dat het pad dat Hij ons voorstelt uiteindelijk het
beste is. Zoals Sint-Vincentius ons herinnert: “Je zult Gods zegen ontvangen in daden die
worden uitgevoerd in gehoorzaamheid.” 3
2
CCD XI, 162; conference 111, “Chastity,” 13 November 1654.
3
CCD VI, 574; letter 2431 to François Villain in Troyes, 25 October 1657.
3
Ik kende een raadslid van het hof... Hoewel hij raadslid was en al jaren ouder
was, deed hij nooit iets zonder advies te vragen. Als er niemand anders in de
buurt was, zou hij zijn bediende laten komen: ‘Kom hier, jonge Pierre. Ik moet
bepaalde zaken regelen; wat denk je dat ik eraan moet doen?’ Zijn bediende
zou antwoorden: ‘Ik denk dat je er goed aan zou doen om zo te handelen.’
‘Prima, Pierre; je hebt gelijk. Ik zal je advies opvolgen.’ En hij vertelde me dat
hij vond dat God de zaken zo zegende dat elke handeling die hij op die manier
uitvoerde succesvol was. 4
Wanneer twee of meer personen het onderling niet eens kunnen worden, vooral in
serieuze kwesties, is het de Evangelische Raad van Gehoorzaamheid die hen in een staat van
innerlijke vrede en verzoening brengt die ze zich niet konden voorstellen. Als christenen en
Vincentianen streven we ernaar om niet het laatste woord te hebben, of gelijk te hebben, maar
om onszelf in de rol van dienaar te plaatsen, degene die dient en niet degene die wordt bediend.
Hoe gezegend zijn zij die zich op deze manier aan God geven om te doen wat
Jezus Christus deed en naar zijn voorbeeld, de deugden: armoede,
gehoorzaamheid, nederigheid, geduld, ijver en de andere beoefenen! Want op
deze manier zijn zij de ware discipelen van hun Meester. Zij leven uitsluitend
van Zijn Geest en verspreiden, samen met de geur van Zijn leven, de verdienste
van Zijn daden, voor de heiliging van zielen voor wie Hij stierf en weer
opstond. 5
Mijn adventsgebed voor alle leden van de Vincentiaanse Familie is “blijf Hem [Onze
Heer] goed vrezen en liefhebben; bied Hem je moeilijkheden en je kleine diensten aan, en doe
alleen wat Hem behaagt. Op deze manier zul je blijven groeien in genade en deugd.” 6
Tomaž Mavrič, CM
4
CCD XIIIb, 282; document 160, Council of 20 June 1647.
5
CCD V, 554; letter 2013a to Joseph Beaulac, [1656].
6
CCD IV, 402; letter 1512 to the Sisters of Valpuiseaux, 23 June 1652.